“De Open Hand”.

Dit houten beeld is 1998 gemaakt door pastoor Omer Gielliet uit Breskens en werd destijds aangeboden aan de gemeente rond Open Hof. Het beeld is ruim 2 meter hoog en is uit een stronk cederhout gemaakt. Deze stronk werd gevonden bij Sluiskil tijdens baggerwerkzaamheden voor een gaspijpleiding van Terneuzen naar Blankenberge. In de tijd dat de ceder waarvan dit stuk hout afkomstig is, hier groeide, heerste hier een tropisch of misschien wel een subtropisch klimaat. Hoe oud het stuk hout is, is niet bekend, maar schattingen variëren van 20.000 tot misschien wel 40.000 jaar. In ieder geval vóór de ijstijd.

Als pastoor Gielliet een beeld gaat maken, gaat hij eerst op zoek naar een geschikt stuk hout. Als hij dat gevonden heeft, zoekt hij in het hout naar vormen. In dit stuk hout heeft de pastoor een open “linker” hand gezien. Hij zag in die open hand de naam van God: JHWH. De hand zelf kun je zien als de J. (In het Hebreeuws de “Jod” (hand). In de handpalm zitten de “H”(staat voor Héh, wonder of venster), de “W” (betekent “haak”en verbindt boven met beneden: God met mensen) en nog een keer de “H”. In het Hebreeuwse alfabet is de “Jod” de kleinste letter, maar hier is hij het grootst. De pastoor wil hiermee aangeven dat God begint bij de kleintjes. Maar wie het kleinste is, zal het grootste worden.

Het Hebreeuwse alfabet kent mannelijke en vrouwelijke letters. De naam van God: JHWH bestaat uit mannelijke en vrouwelijke letters. Daarom zie je in dit beeld een man en een vrouw afgebeeld. Zo zijn wij mensen, man en vrouw, naar zijn beeld en gelijkenis geschapen.

De naam van God betekent: “Ik ben er voor jou”. Deze naam staat ook in onze hand, maar je kan hem alleen zien als je je hand opent: als je geeft.

Bovenin het beeld steken wat knoesten uit. De knoesten worden uitlopers: hiermee worden de kinderen bedoeld. Zij groeien ons boven het hoofd. De man, de vrouw en de kinderen staan voor de mensen: “Ontvangend uit Gods hand, levend uit Gods hand en gevend uit Gods hand”

Kinderen vliegen uit: uit die Open Hand, net als een vogel. Deze vogel is bovenin het beeld te zien. Die vogel stelt de Geest van God voor.

Dit beeld is niet alleen om naar te kijken maar bevat ook een boodschap: de Open Hand brengt je naar je eigen handen, om je eraan te herinneren dat God je de verantwoordelijkheid heeft gegeven voor je medemens en dat Hij zichzelf uit handen wil geven.

Dit houten beeld is 1998 gemaakt door pastoor Omer Gielliet uit Breskens en werd destijds aangeboden aan de gemeente rond Open Hof. Het beeld is ruim 2 meter hoog en is uit een stronk cederhout gemaakt. Deze stronk werd gevonden bij Sluiskil tijdens baggerwerkzaamheden voor een gaspijpleiding van Terneuzen naar Blankenberge. In de tijd dat de ceder waarvan dit stuk hout afkomstig is, hier groeide, heerste hier een tropisch of misschien wel een subtropisch klimaat. Hoe oud het stuk hout is, is niet bekend, maar schattingen variëren van 20.000 tot misschien wel 40.000 jaar. In ieder geval vóór de ijstijd.

Als pastoor Gielliet een beeld gaat maken, gaat hij eerst op zoek naar een geschikt stuk hout. Als hij dat gevonden heeft, zoekt hij in het hout naar vormen. In dit stuk hout heeft de pastoor een open “linker” hand gezien. Hij zag in die open hand de naam van God: JHWH. De hand zelf kun je zien als de J. (In het Hebreeuws de “Jod” (hand). In de handpalm zitten de “H”(staat voor Héh, wonder of venster), de “W” (betekent “haak”en verbindt boven met beneden: God met mensen) en nog een keer de “H”. In het Hebreeuwse alfabet is de “Jod” de kleinste letter, maar hier is hij het grootst. De pastoor wil hiermee aangeven dat God begint bij de kleintjes. Maar wie het kleinste is, zal het grootste worden.

Het Hebreeuwse alfabet kent mannelijke en vrouwelijke letters. De naam van God: JHWH bestaat uit mannelijke en vrouwelijke letters. Daarom zie je in dit beeld een man en een vrouw afgebeeld. Zo zijn wij mensen, man en vrouw, naar zijn beeld en gelijkenis geschapen.

De naam van God betekent: “Ik ben er voor jou”. Deze naam staat ook in onze hand, maar je kan hem alleen zien als je je hand opent: als je geeft.

Bovenin het beeld steken wat knoesten uit. De knoesten worden uitlopers: hiermee worden de kinderen bedoeld. Zij groeien ons boven het hoofd. De man, de vrouw en de kinderen staan voor de mensen: “Ontvangend uit Gods hand, levend uit Gods hand en gevend uit Gods hand”

Kinderen vliegen uit: uit die Open Hand, net als een vogel. Deze vogel is bovenin het beeld te zien. Die vogel stelt de Geest van God voor.

Dit beeld is niet alleen om naar te kijken maar bevat ook een boodschap: de Open Hand brengt je naar je eigen handen, om je eraan te herinneren dat God je de verantwoordelijkheid heeft gegeven voor je medemens en dat Hij zichzelf uit handen wil geven.